Preek van zondag 13 okober 2013. 1 Koningen 19

1 Koningen 19. 13-10-2013.

De grote God die het verbond in stand houdt komt persoonlijk naar ons toe, dat mogen we meemaken als we in het avondmaal het grote werk van Jezus zien, dat ook voor ons persoonlijk bedoeld is.

Het verlangen om God te ontmoeten.
De stilte retraite, waar we samen dat verlangen hebben beleefd.
En God zijn tegengekomen in de stilte.
Daar kwam (natuurlijk ) ook deze tekst voorbij.
Het gefluister van een zachte bries.

Wat is het goed om God te ontmoeten.
Zou iedereen dat moeten doen?
Model, voor verdieping?

Hoe zit dat in onze traditie.
Persoonlijk geloof en specifieke beleving,
of leven in het verbond,
gewoon weten dat God trouw is?

In dit gedeelte een wonderlijk samenspel.
God komt heel persoonlijk naar Elia toe.
En tegelijk laat hij zien
dat zijn eigen werk veilig is:
God houdt zijn eigen verbond vast.

Ik geloof niet zo in modellen voor iedereen.
Wel dat iedereen God ontmoet
maar op de manier die past bij wie hij of zij is.
Dat zien we hier ook gebeuren.
God raakt Elia op een bijzondere manier aan.
Niet het gebruikelijke geweld,
maar stilte.

Het klopt niet met de andere openbaringen van God.
Ex. 19:16,18; Ex 20:18; Deut. 33:2; Richt. 5:4v; Ezechiel 1:4; Nah 1:3; Ps 29:6v; Ps 68:9; Ps 97:3-5; Ps 114:6.
De Here laat zich juist heel vaak kennen
in het geweld van de natuur.
Dat is bij uitstek de manier waarop wij als mensen onder de indruk komen.
Als God nabij komt in het OT
dan beeft de aarde en siddert de mens.
Want God is groot en wij zijn klein.
Vaak is dat wat de mens nodig heeft:
ontzag leren.

Maar Elia had kennelijk wat anders nodig.
God werkt op maat.
Misschien wel omdat Elia al zoveel geweld had meegemaakt.
Er vloeit veel bloed door zijn handen.
Als je daar niet van wilt afstompen
dan moet je er wel mee worstelen.
Wat is die stille veilige nabijheid dan heilzaam.
Zo moet het toch zijn geweest als je Jezus ontmoette.
Zo is het toch als we meemaken dat Jezus bij ons is.
Het is altijd goed en veilig.
Jezus gaat nooit over je grenzen
tenzij het heilzaam is om je grenzente verleggen.
Maar ook Jezus gaat het geweld niet uit de weg.
Hij neemt het op zich.
In deze gebroken wereld heeft geweld altijd een plaats
dat verklaart geloof ik veel van het OT.
Deze wereld kan niet zonder geweld.
Ook Jezus wist dat.
En Hij heeft het gedragen.
Hij droeg het allemaal aanhet kruis.

Met de stilheid van een lam.
Met de veiligheid van een herder.
Hij laat vrede zien.
En Elia mag hier die vrede ervaren.
Al het geweld aan de kant.
En gewoon God vlak bij je die vraagt:
“Elia, wat doe je hier”.
Dat was informatie die God echt niet nodig had?
Het is een open vraag om die man tot zijn recht te laten komen.
Zodat hij zijn verhaal kan vertellen.

Dat had Elia nodig.
Hij was uitgeput.
Duidelijk burn-out.
Veel gegeven en nu helemaal leeg.

Maar God is heel dichtbij.
God heeft ook het overzicht.
Elia maakt zich zorgen over het geloof en het volk.
Zijn eigen ellende in relatie tot de ellende in leven met God.
Ze hebben uw verbond naast zich neergelegd

Elia moppert over het verbond.
Dat mensen het er bij laten zitten.
Dat het hem ook weinig oplevert.
Hij heeft altijd hard gewerkt, en nou willen ze hem nog doden ook.
En God zegt:
maak jij je geen zorgen:
ik houd dat verbond wel in de hand.
En alleen daar is het veilig.

En God zegt het niet alleen,
maar Hij laat het ook allemaal ontzettend duidelijk zien.

Hij laat Elia namelijk in de voetsporen van Mozes gaan.
Mozes was na Abraham de grote verbondsman.
Bij Mozes is God echt opnieuw begonnen met het volk.
Onder leiding van Mozes is het verbond opnieuw gesloten.
Het is vernieuwd en vastgelegd,
en God heeft heel duidelijk zijn richtlijnen voor het leven er bij gegeven.

Dat verbond was vernieuwd op deze berg.
God brengt Elia terug naar waar het allemaal begonnen was met Mozes.
De herhaling is opvallend.

Mozes heeft op dezelfde berg een verschijning van God gehad.
Ex 33: 18-23.
Op bijna dezelfde manier.
Mozes was in een grot.
In vs 9 staat in het Hebreeuws: de grot.
Dan zou heel goed kunnen wijzen op de grot waar Mozes in was,
in ieder geval de herinnering er aan oproepen.
Elia verblijft 40 dagen en 40 nachten in de woestijn.
Maar dat is te lang voor de reis.
Als je gewoon door loopt, heb je niet al die tijd nodig.
God heeft Elia, gesterkt door het voedsel
door de woestijn laten dwalen.
Zoals Mozes 40 jaar in de woestijn dwaalde
voordat hij klaar was om het volk te gaan leiden,
zo ging Elia hier in de voetsporen van Mozes.

En Elia gaat dus terug naar plek waar Mozes het vernieuwde verbond ontving.

De geschiedenis herleeft.
De geschiedenis van Gods trouw herleeft.

En God blijkt de zaak volkomen in de hand te hebben.

Ik ben als enige overgebleven, klaagt Elia.
Ja zo kan dat gaan
als de persoonlijke beleving doorslaggevend is.

Als de menigte van lofprijzers wegvalt,
dan is jouw eigen kleine stemmetje zo zwak.
Als de druk in het leven even te groot wordt
dan kan de droogte zo overheersen
dat je helemaal geen uitweg meer ziet.

Maar God laat zien dat zijn werk niet afhankelijk is
van wat Elia allemaal voelt en meemaakt.

Ik ben alleen overgebleven.
Welnee zegt God:
In ieder geval zal de Here 7000 man overlaten die Hem zijn blijven dienen.

God gaat door met zijn werk.
Want wat Hij met deze wereld van plan is
dat is niet afhankelijk van wat mensen er van maken.

In dit verhaal
staat het verbond van God als een paal boven water.
Zijn trouw staat vast.
Daar doet geen mens wat aan af.
Dat is de geweldige zekerheid die we hebben als kerk van Jezus Christus.

Dat is wat we vanmorgen ook mogen beleven bij het avondmaal.
De kerk mag het al eeuwen vieren.
We zien krachtige symbolen van het lijden van Christus.
Daarmee van Gods werk.
Zo trouw was God.
Het is gewoon doorgegaan.
Over de hele wereld is het heil doorgezet.
Jezus zegt: doe dit tot mijn gedachtenis.

Als we het vieren
worden we meegenomen in het symbool van eeuwen oud.
Eeuwig bewijs van Gods trouw.
Gebaseerd op het sterven van Jezus
en op zijn opstanding.
We vieren dit alleen omdat Hij leeft.
Anders was het nooit doorgegaan.
En bij de maaltijd mogen we Hem ontmoeten.

Maar we mogen komen op onze eigen manier.
Als we aarzelingen hebben
mogen we de vraag van God horen:
hoe is het met je?

Als we verdriet hebben
mogen we weten dat Jezus dat verdriet kent
en dat Hij het gedragen heeft.
Dat betekent dat er voor ons een weg verder mag zijn
hoe moeilijk die weg nu nog te zien is.

Als we uitgeput zijn
mogen we weten dat God zegt:
kom maar en eet
ik wil je door de symbolen van brood en wijn nieuwe kracht geven.

Als we lauw zijn
horen we de stem van de Heer die vraagt:
“Wat doe je hier?”
En dan mogen we brood en wijn gebruiken als turbovoedsel
in het geloof dat we op eigen manier van God mogen getuigen.