Preek van zondag 7 juli, Sonrise dienst op het veld

Sonrise dienst op het veld.
14-07-2013.
Lukas 10: 28 t/m 37.

Ik hoorde verslag op de radio.
Huizenblok in Amsterdam gekraakt.
Rare aktie.
Want ze stonden net leeg en ze zouden worden opgeknapt.
De buurt had er last van.

Een buurtbewoonster zei:
“het zijn allemaal buitenlanders”.
Die mevrouw zei dus:
“ze zijn niet zoals ik.
Nogal logisch dat ze lastig zijn.
En ik wil er niets mee te maken hebben.”

Dat hebben we gauw.
Vaak vinden we het makkelijker
om met ons eigen soort mensen om te gaan.
Dan snappen we elkaar
en ons soort mensen doen de dingen zoals wij ze ook doen.
Hoef je niet zo na te denken.
Is het leven lekker simpel.
Als je gewoon in je eigen wereld blijft
met je eigen soort mensen
lijkt het leven veel mooier.

Maar het is voor ons wel lastig.
Want zo zit de wereld niet in elkaar.
Je kan in het leven eigenlijk niet alleen maar je eigen soort uitkiezen.
Je moet wel met mensen omgaan
die helemaal anders zijn.

En dat is dus lastig.
Het gaat ook vaak fout.
Kijk maar om je heen in de buurt.
Kijk maar naar het nieuws.
Zoveel plekken van geweld
gewoon omdat mensen elkaar niet accepteren.

Dat zou toch anders moeten.
We weten dat God dat ook anders wil.

Jezus heeft ons daarin heel veel geleerd.
Jezus ging met iedereen om
en Hij had voor iedereen respect.
Soms had Hij een goed gesprek met iemand van een bepaalde groep
rijk en met een belangrijke positie
en dan dacht zo iemand
dat Hij helemaal bij zijn groep hoorde.
Maar de volgende dag
zat Hij te eten met heel andere mensen.

Met een rijke landverrader bijvoorbeeld.
Of hij genas een kind van een Romein
een soldaat die het land bezet hield.
Of Hij zag gezellig te kletsen met een hoer en liet haar zien dat Hij haar helemaal serieus nam.

Sommigen mensen werden heel onrustig van Jezus.
Een van de mensen die heel onrustig wordt is een wetgeleerde.
Iemand die veel van de Bijbel wist
en die ook precies wist hoe de wereld in elkaar zat.
Een wetgeleerde werkte heel hard
om een goede en mooie wereld te maken.

Zo iemand wilde heel graag dat de wereld goed was en dat God gediend werd.
Want als iedereen God op een goede manier dient dan gaat het goed met de wereld.
Dat had die man goed gezien.
Dat wilde hij heel graag.
De wetgeleerde wilde dat bereiken door heel vroom te leven
en te zorgen dat het netjes was.
Netjes leven
en met nette mensen omgaan.
God had in de Bijbel gezegd:
Je moet goed voor je naaste zijn.
Dus, goed voor een ander zijn.
En de wetgeleerde wilde heel precies weten
voor welke mensen hij dan goed moest zijn.

Want hij zag Jezus bezig en dacht:
“dat kan niet waar zijn.”
“De wereld gaat echt niet beter worden
als je met hoeren en landverraders optrekt
en als je rustig gaat zitten kletsen met mensen die God niet goed dienen”.

Dat was veel te verwarrend.

Dan vertelt Jezus dat verhaal.
We hebben het net nog gezien.
Uiteindelijk valt iedereen tegen die netjes is.
Maar de vijand helpt.
Schokkend!
Probeer maar eens te bedenken
hoe je vijand er uit ziet.
En dat die je dan in zijn armen neemt
en naar het ziekenhuis draagt.

Als Jezus dit verhaal heeft verteld
heeft hij die wetgeleerde iets belangrijks laten ontdekken.
Er is namelijk iets geks aan de hand.

De wetgeleerde vraagt:
“Wie is mijn naaste”.
Hij wil weten voor wie hij goed moet zijn
om te zorgen dat de wereld in orde is.
En hij wil vooral weten voor wie hij niet goed hoeft te zijn.
Hij wil een lijst met soorten mensen
en die lijst moet niet te lang zijn.
Hij wil best op Jezus lijken
maar het moet wel wat overzichtelijk blijven.

Maar als het verhaal klaar is
Stelt Jezus een andere vraag:
“Wie is de naaste geworden van die man”.

Jezus heeft de vraag van die wetgeleerde veranderd.
Hij krijgt niet een lijstje
van mensen die in zijn wereld mogen passen.
Mensen die bij hem mogen horen
en met wie die wel wil omgaan.
Hij krijgt de opdracht zelf een naaste te zijn.
Jezus zegt eigenlijk:
“zeur niet over wie bij je past.
Wees er gewoon voor iedereen die je nodig heeft”

Als je zo leeft
verandert de wereld.
Daar heeft God plezier in.
Als je zo leeft hoor je bij God.

Gewoon er zijn voor iedereen die je nodig heeft of voor wie je wat kan betekenen.
Een geweldige opdracht.
We doen ons best om dat waar te maken.
Dat hebben we deze afgelopen week ook geprobeerd.
Naasten zijn voor iedereen.
We vinden het heel leuk dat er zoveel verschillende mensen waren.
En we zouden nog veel meer verschillende mensen willen ontmoeten.
We hopen dat jullie dat deze week ook ervaren hebben.

Want we geloven dat Jezus dit ook van ons vraagt.
Een naaste zijn voor iedereen voor wie je wat kan betekenen.

Maar kan het ook?
Ja, deze week Sonrise kon het.
We waren moe op het laatst
maar we hebben er ook van genoten.

Maar als het nou eens moeilijker wordt.
Net zo moeilijk als in het verhaal van Jezus.
Dat je niet lekker aan het sporten bent met leuke mensen
maar dat je je vijand moet helpen.
Als het huis naast je gekraakt wordt
en de mensen maken kabaal.
En het wordt vies.
En misschien kun je niet goed met ze praten
omdat het buitenlanders zijn……….

Kan dat eigenlijk wel?

Ja
dat kan.
Maar niet omdat wij zo goed ons best doen.
Niet omdat christenen zulke vrome nette mensen zijn die dat zomaar kunnen.

Het kan omdat we Jezus kennen.
En omdat we weten wat hij uiteindelijk bedoelde met dit verhaal.

Hij is echt helemaal de Naaste geworden voor ons allemaal.
Hij heeft ons verzorgd
heeft onze pijn gedragen
en heeft de straf gedragen die verdienden door onze fouten.

En Hij kon dat.
Want Hij droeg het niet alleen en stierf voor ons.
Hij stond ook op uit de dood.
En wij mogen leven in zijn kracht!
Dan mag je op je gezicht gaan
en toch weer naaste worden.
Daar wordt de wereld beter van.
En God heeft er plezier in.