Daniel 4 : 24 t/m 34. 12 januari 2014.
Een predikant vertelde dat hij een compliment kreeg over zijn preek.
Een degelijke, ouderwets gereformeerde broeder was zeer tevreden en zei dat ook.
Maar het leek alsof de broeder er zelf van schrok,
hij voegde er meteen aan toe:
“daar mag je wel heel ootmoedig van worden”.
We zijn vanouds een beetje voorzichtig om het goede dat mensen doen ook goed te noemen.
We hebben bescheidenheid geleerd
omdat als je van jezelf denkt dat je iets goed kunt
het gevaar van hoogmoed dreigt.
En hoogmoed is een groot kwaad.
Kijk maar naar dit verhaal van Nebukadnessar.
Maar we hebben ook geleerd dat het wringt.
Wat vroeger als hoogste wijsheid gold
namelijk dat je maar zo nederig mogelijk door het leven moest gaan
is in de praktijk nogal weggesleten.
We durven meer en meer complimenten te geven.
Stimuleren mensen om hun gaven te ontdekken en te benoemen
en dan te ontplooien.
Wat je kan is goed.
We zien het in de opvoeding werken.
Je kan in groep 1 al je eerste diploma verdienen
namelijk als je een veter kan strikken.
En het zwemdiploma krijgt aandacht alsof het een van de belangrijke kernmomenten van het leven is.
En vaak is dat goed.
Een gezond zelfbewustzijn is goed voor iedereen
en als we onze kinderen leren dat ze de moeite waard zijn
dan is dat waarneembaar beter voor ze dan ze er altijd maar onder houden.
Toch voelen we aan
dat al die positieve aandacht ook wat kan doorslaan.
Je ziet in de supermarkt wel van die kleine prinsen en prinsessen
die zorgen dat je je hart vasthoudt voor als ze groter worden.
Trots en zelfbewustheid kan ook ontaarden.
Daarom kreeg Nebukadnessar ook deze les.
Het is goed om eens nader te bekijken wat er aan de hand is bij hem.
Wat is de angel van zijn verkeerde houding.
Dat kan niet zijn dat hij succesvol was.
Hij was de grootste en machtigste mens op aarde op dat moment.
Waarschijnlijk ook een van de allergrootsten in de geschiedenis.
Maar dat is niet per se fout.
Daarin was hij beeld van God op zijn manier met de gaven die hij had gekregen.
De Bijbel is vrijmoedig en ruimhartig om dat van mensen te zeggen.
Psalm 8:
“U hebt hem bijna een god gemaakt”.
Het is terecht dat Nebukadnessar trots is.
En het is belangrijk om dat te zien.
Want het belangrijke punt van dit verhaal is niet die trots.
Maar het gaat er om hoe hij met die trots omging zodat het hoogmoed werd.
En dat moeten we goed in de gaten houden.
Anders maken we er een makkelijk verhaal van.
“Iedereen moet nederig zijn in het leven”
Maar als algemene waarheid dient het geen doel
Want niemand maakt dat zomaar waar.
En terecht niet.
Want het zou ongezond leven zijn.
De uitdaging is om te leven met gezonde trots
en te voorkomen dat het hoogmoed wordt.
En daarvoor kunnen we veel leren van deze geschiedenis.
Nebu liep natuurlijk gevaar.
Als je zoveel macht hebt en zoveel mogelijkheden
dan is het al heel gauw uit balans.
Dan ga je jezelf groter maken dan goed is.
Dat is precies het spanningsveld waarin we leven.
Gezonde trots, die geen hoogmoed mag worden.
En wat is het moeilijk.
Paulus liep er al tegenaan.
Hij schrijft aan de Korinthiers
1 Kor 4:7
Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is? Alles is u geschonken dus waarom schept u dan op alsof u het zelf verworven hebt?
Daar lijkt Paulus heel kernachtig de angel van hoogmoed bloot te leggen.
Trots zijn op wat je hebt en wie je bent zonder te beseffen dat je het allemaal ontvangen hebt.
Zonder dat je God kent als Gever.
Zonder dat je verwondering kent dat je zomaar de gelegenheid krijgt in het leven
omdat je gezegend bent met goed genetisch materiaal
omdat de omstandigheden meewerken en je toevallig in het goede land geboren bent.
Als je de verwondering en de dankbaarheid daarover kwijtraakt
dan is het gevaar groot dat je de gezonde houding tegenover God kwijtraakt.
Dan wordt je hoogmoedig.
Zoals we dat bij Nebu zagen.
Wat een les trouwens:
Die stralende mens
werd even verlaagd tot een dierlijk wezen.
Nauwelijks meer beeld van God.
Als een waarschuwing van onze Heer
hoe wij er eigenlijk uitzien
als we hoogmoedig zijn en zonder Hem denken te kunnen leven.
Dan raak je je plek in de schepping kwijt.
Nebu raakte ook zijn plek kwijt.
Dat had hij kunnen voorkomen.
We hebben dat in de vorige preek ook benoemd.
Nebu krijgt een geweldige handreiking om er aan te ontkomen.
Daniel roept hem geëmotioneerd op
om tot bezinning te komen.
Doe uw zonden teniet door vrijgevig te zijn.
De hoogmoed van Neb had te maken met zijn onrecht.
Het is goed om te bedenken wat dat dan geholpen zou hebben.
Want dan krijgen wij meteen een sleutel in handen om te zien wat God van ons vraagt.
Afstand nemen van de je zonden
en vrijgevig zijn.
Dat is dus kennelijk een manier om in het leven te staan en aan hoogmoed te ontkomen.
En dan niet gerechtigheid als een wet.
Maar gerechtigheid als een manier van leven waarbij je hart open staat.
Omdat je mensen ziet.
Omdat je onrecht ziet en dat niet kan verdragen.
Gerechtigheid als een wet kan weer makkelijk ontaarden in hoogmoed.
Bijvoorbeeld het geven van 10% van je inkomen.
Dat kun je doen als voorwaarde om bij God in een goed blaadje te komen.
En als je het dan gedaan hebt kun je trots zijn.
Ongezond trots.
Denken dat het wel goed zit.
En ondertussen met die andere 90% leven zoals je wilt.
Echte gerechtigheid werkt anders.
Dan kijk je als mens naar God en dan besef je hoeveel je krijgt.
Dan besef je alle mogelijkheden in het leven.
De rijkdom die we genieten ieder op onze eigen manier.
De interessante dingen die we mogen doen of de successen die we mogen behalen.
En we danken onze Heer.
Wees gezond trots op iedere examen dat je haalt en op iedere zakendeal die eerlijk tot stand is gekomen.
Maar kijk ook goed om je heen.
Leef bewust in deze wereld.
Zie ook de ander.
Herken die ander als het beeld van God.
Met recht op een vergelijkbaar leven als wij hebben.
En besef dat je alles wat je hebt hebt ontvangen.
En doe recht vanuit dat geloof.
Doe recht op de manier zoals dat op je weg komt.
Als je op je werk voor een keuze staat tussen iemand eerlijk behandelen en er op inleveren
of een slag slaan ten koste van iemand:
ga voor recht
en je zal de ander met nieuwe ogen bekijken.
Als je weet dat de koffie duur betaald wordt, betaal een eerlijke prijs en weet dat de koffieboeren dan ook hun kinderen naar school kunnen sturen.
Als je weet dat je renschoenen wel heel goedkoop worden gemaakt door kinderen die feitelijk slaaf zijn, koop de duurdere die betrouwbaar zijn.
We willen zelf ook eerlijk betaald worden voor het werk dat we leveren.
Als je ontdekt dat je beleggingen stinken.
Neem je verlies en doe die troep weg.
Zie de mensen die er bij betrokken zijn en eer hen met jouw eerlijkheid.
Je hart wordt er zuiver van.
Je gaat in de spiegel kijken en ziet zonder aarzelen een mens als beeld van God.
Gewoon omdat je teruggeeft wat je hebt ontvangen.
Gewoon omdat je een goede rentmeester wil zijn.
Kijk naar God
en dan om je heen.
Dat bleek ook heilzaam voor Nebukadnessar.
Ik sloeg mijn ogen naar de hemel op.
En toen kwam er weer leven.
Toen leek hij weer op een mens.
Niet volkomen.
Maar toch wel heel veel beter
dan toen hij helemaal was vastgedraaid in zijn eigen hoogmoed.
Luister naar de les van Nebukadnessar.
Hef je ogen op naar de hemel.
Zoek God.
Zie wat je allemaal aan Hem te danken hebt.
Ken het leven.
Zie de mensen om je heen en doe recht waar je kunt.
Draag het evangelie uit in Woord en daad.
Dan gaat je hart steeds weer open.
Dat bewaart je voor de hoogmoed.
Maar het bewaart je ook voor gebrek aan gezonde trots en eigenwaarde.
Want wie God echt zoekt
ziet zijn de Zoon.
Die mag blij zijn met wat hij ontvangen heeft en het ruimhartig uitdelen met alle gaven en talenten.
Dan mag je trots zijn op jezelf
als beeld van God.