Exodus 12: 1 t/m 8 Voorbereiding avondmaal met de kinderen. 22-06-2014

Exodus 12: 1 t/m 8. 22-06-2014.
Voorbereiding van de avondmaalsviering met de kinderen.

Als we avondmaal vieren denken we terug.
Aan Jezus.
Maar ook nog verder terug.
De bevrijding uit Egypte.

Al heel lang geleden.
Volk Israël was gevangen en de mensen werden als slaven gebruikt.

Het was een verschrikkelijke tijd.
Ze moesten heel hard werken.
Ze werden geslagen.
En zelfs hun kinderen werden vermoord.

Mozes krijgt de opdracht om het volk te bevrijden.
God gaat hem helpen, want de koning van Egypte
de Farao
wil niet dat de Israëlieten vertrekken.

God helpt door de Egyptenaren te straffen.
Telkens als de Farao weigert om het volk te laten gaan
komt er een plaag.

Die ene plaag is het allerergste.
God gaat alle oudste kinderen straffen.
Dat was niet nodig geweest.
Straf omdat Farao zo eigenwijs was.
Straf voor wat hij gedaan had.
Kinderen van Israël vermoord.

God was heel boos.

Maar iets eigenaardigs.
De Israëlieten hadden geen last van die andere plagen.
Toen het hagelde was dat niet bij de Israëlieten.
Ik denk dat dat bij de andere plagen ook zo was.

In ieder geval bij die ene verschrikkelijke plaag.
Dat het helemaal donker bleef.
Dat was heel eng voor Egypte.
Want de zon dat was een god, dachten ze.
Een heel betrouwbare god
Die was er elke dag weer opnieuw om de warmte te geven die nodig is.
Dus toen die zon er niet was
Was dat heel angstig.
Donker en eng.
Maar ook het bewijs dat die god niet goed werkte.
De God van Israël liet zien dat HIJ de baas is.
Hij is de sterkste van alle dingen die mensen als god kunnen vereren.
Dat liet God zien met dat donker.

En de Israëlieten hadden er helemaal geen last van.
Die zagen vast wel dat het daar donker was
Maar die genoten van het licht.
Ze konden lekker achterover leunen.
Het werk zal wel niet door zijn gegaan.
En ze konden genieten van hoe bang die Egyptenaren waren.
Dat is altijd leuk om te zien.
Vooral als ze altijd de sterkste zijn.
En nu waren het bange sukkels.

Israël had de echte God.

Dat hadden ze 9 plagen gezien.
Israël is goed.
Egypte is fout.
Simpel.

Maar bij de 10e plaag gebeurt er iets anders.

Bij de eerste 9 plagen
liet God steeds zien dat Hij God is.
Niet die namaakgoden van Egypte.
De Egyptenaren kregen een kans
om God te gehoorzamen.
Dat zou heel goed voor ze zijn.
Voor Israël en voor de Egyptenaren.

Maar nu is God zo boos.

Hij is boos op de Egyptenaren.
Die stomme mensen die nooit luisteren.

Maar God kijkt ook naar de Israëlieten.

Hij zegt: jullie zijn precies hetzelfde.
Als jullie de baas zouden zijn
zou je ook het andere volk verdrukken.
Als jullie mij moeten gehoorzamen
kan je ook zomaar eigenwijs zijn
en je eigen kant op gaan.

God kent zijn volk.
Het is later ook allemaal waar geworden.
Na de bevrijding uit Egypte
hebben ze heel veel op God gescholden.
Ze hebben afgoden gemaakt en God beledigd.
En toen ze in het beloofde land waren
duurde het niet lang voordat er slaven kwamen.
De rijken misbruikten de armen.
En mensen moesten zich soms als slaaf verkopen
om niet gedood te worden.

God kijkt bij de 10e plaag niet alleen naar Egypte.
Hij kijkt naar iedereen.
Daarom moeten de Israëlieten bloed smeren op hun deurpost.
Dan weet de engel dat hij daar voorbij moet gaan.
Bloed van een geslacht lam.
Dat lam moet de prijs betalen.
Alleen dan zijn de mensen veilig.

Alleen als God verlost kunnen ze bevrijd worden.

God wil dat we bevrijd leven.
Hij weet dat het lastig is voor ons.
Daarom na de uittocht de tien geboden.

Myrthe leest nu de tien geboden.

Als we avondmaal vieren denken we terug aan de bevrijding.
Wijn is symbool voor bloed.
Brood laat ons denken aan het brood dat de Israëlieten aten: kracht voor onderweg.

Wat is de bevrijding?
Wij zijn geen slaven.
Wat vieren we dan volgende week zondag.

Niet volgen van de tien geboden maakt je slaaf.

Overdenken hoe we volgende week avondmaal vieren.
Wat is dan die bevrijding voor ons.
Dat is ook boeiend om te bespreken in de komende week.
Als je avondmaal wilt vieren: vraag het eens aan je ouders

Moment van stilte.
We denken na over wat bevrijding is voor ons.

Misschien willen mensen wel wat delen.
Ik zal het zelf doen.

Avondmaal vieren.
Weten dat je leven niet helemaal goed is.
Maar dat God toch een nieuw begin geeft.

Jezus leeft.
Dan willen we ook gehoorzamen.
Beseffen dat we fouten maken en dan opnieuw beginnen.
Omdat God een afspraak heeft gemaakt die nooit stuk gaat.
Want Hij heeft die afspraak gemaakt.