Kolossenzen 3: 18 t/m 4:1 30-11-2014 eerste zondag van advent.
Lieve zusters,
Jullie hadden eeuwen geleden al in de kerkenraad moeten kunnen zitten.
En ik ben er van overtuigd dat als er meer vrouwen in de top van het bankwezen hadden gezeten dat het niet zo uit de hand was gelopen in de financiële wereld.
Ik ben daar diep van overtuigd.
Maar kan ik het wel zeggen na zo’n stuk uit de Bijbel?
We vinden hier een set regels die ons wat eigenaardig overkomt.
Die oproep aan de vrouwen wringt
en die aan de slaven lijkt wel helemaal een overblijfsel uit zeer oude tijden.
Het enige dat nog wat lijkt is de oproep aan de kinderen.
Het is een interessante opsomming van regels.
Je vindt dat vaker in het NT.
Het is eigenlijk een set van regels die in verschillende vormen op verschillende plaatsen wordt gebruikt.
Dergelijke lijsten vinden we ook in andere brieven in het NT.
Maar ook wel daarbuiten, in andere literatuur van die tijd.
En vaak schuurt het.
Vooral als het gaat om de rol van de vrouw.
Deze oproep past gewoon niet in onze tijd en cultuur.
Dus wat moeten we er mee?
Ik geloof dat het eigenaardige van deze set regels ons helpt.
Juist die aandacht voor de slaven geeft ons een manier om het geheel te lezen.
Waardoor we kunnen zien wat we er niet mee moeten.
Maar vooral om te leren wat we er wel mee moeten.
Want daar ligt de kracht van de Bijbel.
Dat we worden toegerust voor ons leven nu.
Ook door dit soort teksten.
Het gaat hier over drie verhoudingen:
Man/vrouw
Vader / kind
Heer/slaaf.
Ik wil de eerste twee even laten rusten.
Die opmerking over de verhouding Heer/slaaf is zo inzicht gevend dat ik daar op door wil.
Omdat het ons helpt om om te gaan met die tijdgebonden teksten.
En omdat het zo ontzettend actueel is.
De discussie over zwarte Piet is niet zomaar een PVV actualiteit.
Het gaat daar over belangrijke zaken.
Over het gewicht van de geschiedenis en over hoe we bereid zijn naar elkaar te luisteren.
Paulus roept ons in deze tekst van vandaag vooral op om Jezus te volgen in ons leven.
En om dat zo te doen dat we in de situatie waarin we leven
leren wat dat betekent.
En Jezus volgen heeft iets te maken met de discussie over zwarte Piet.
Voor nu de volgende punten voor de preek:
• Beschreven situatie is geen norm, maar een beschrijving.
• Verandering van binnen uit, geen revolutie.
• Dienen van Jezus in de praktijk.
Geen norm maar beschrijving.
De leefregels die wringen.
Bestaande situatie wordt geaccepteerd.
Deze regels geven geen norm over hoe die situatie moet zijn.
Kijk naar slavernij.
We zijn misschien verbaasd over de manier waarop Paulus hierover spreekt.
Hij lijkt in grote mate de situatie te accepteren.
Dat is ook inderdaad zo.
Paulus gaat duidelijk uit van de slavernij als gegeven.
Hij spreekt de meesters van de slaven aan op de manier waarop ze met slaven omgaan,
niet op het feit dat zij slaven hebben.
Dat was een maatschappelijk gegeven dat overeind blijft.
Dit is heel duidelijk in de brief aan Filemon,
waar Paulus Filemon als broeder aanspreekt op de manier waarop bij met slaven omgaat.
We zien het ook in 1 Timoteüs 6: 1,2. Slaven met een gelovige meester.
Dat is dus een gegeven.
Maar we weten allemaal dat slavernij niet kan bestaan.
Het deugt niet en het past niet in de nieuwe wereld die Jezus brengt.
Als we goed kijken naar wat Paulus schrijft
dan accepteert hij het ook niet zomaar.
Maar hij accepteert het wel.
Zonder het goed te keuren.
Dat is veelzeggend.
Hij stelt slavernij niet als norm
maar gaat uit van de situatie en legt uit hoe je in die situatie Jezus kan volgen.
Er is geen enkele reden om aan te nemen
dat hij dan wel de ondergeschikte positie van vrouwen in die tijd als norm neerzet.
Ook die positie accepteert hij als gegeven.
En wie goed leest ziet dat hij daar ook nieuwe wegen wijst.
Want de man wordt opgeroepen zijn vrouw lief te hebben
dat was een heel nieuw element in de regels die in die tijd golden.
Een reflectie van de manier waarop Jezus met vrouwen omging.
Verandering van binnen uit, geen revolutie.
Wat Paulus schrijft over slavernij is interessant.
Vooral als we goed kijken wat er speelt.
Hij noemt verderop in de brief de ex-slaaf Onesimus (4:9)
Onesimus wordt samen met Tychikus naar Kolosse gestuurd door Paulus.
Onesimus neemt daarbij ook een andere brief mee, niet alleen deze aan de gemeente,
maar ook een brief aan Filemon.
Deze brief staat verderop in het NT, maar zou eigenlijk vlak achter deze Kolossenzen brief moeten staan.
Onesimus was slaaf van Filemon.
Hij is ontvlucht en heeft waarschijnlijk geld gestolen.
Ondertussen heeft hij Paulus leren kennen en is tot geloof gekomen.
Paulus stuurt nu Onesimus terug naar Filemon
met een brief waarin hij uitlegt dat deze broeder Onesimus moet aanvaarden als broeder.
Hij mag hem niet straffen.
En er is een duidelijke hint dat Filemon Onesimus ook nog de vrijheid moet geven.
Paulus werkt duidelijk toe naar verandering.
Waarschijnlijk met in zijn achterhoofd de wet in het OT.
Deuteronomium 15: regels voor de vrijlating van de slaven.
Een mens mag niet onbeperkt slaaf blijven.
Aan alles merk je bij Paulus
dat het instituut van de slavernij niet echt deugt.
1 Timoteüs 1:10 Slavenhandelaar in rijtje van goddelozen.
Ik geloof dat we dat ook vinden in wat hij hier schrijft.
Geef uw slaven waar ze recht op hebben.
Slaven hebben rechten!
John van Eck legt wat Paulus hier schrijft zo uit:
Ze moeten loon ontvangen.
Zodat ze zich kunnen vrijkopen.
We herkennen hier dat het evangelie een vernieuwende kracht heeft.
Maar ook dat de vernieuwing niet moet gaan in de weg van de revolutie.
Een revolutie brengt nooit dat wat je er van hoopt.
Kijk maar naar de revoluties die we in de recente geschiedenis hebben meegemaakt.
Het pakt altijd anders uit.
Maar het kost ook altijd meer dan het oplevert.
Vaak veroorzaakt het meer onrecht dan het aanpakt.
Vloeit er bloed of worden mensen beschadigd.
We zien het verbijsterend groot in de wereld.
We zien het zelfs in het klein in onze beschermde maatschappij.
De Sinterklaasintocht verstoord.
Kleine kinderen maken op een kinderfeest mee dat de oproerpolitie moet optreden.
We hopen dat de protestanten dat nou ook weer niet bedoeld hadden,
maar ze hebben het wel veroorzaakt.
Net zo als de schreeuwers die ons erfgoed
(een zwarte piet!!)
willen beschermen alsof het wegvallen ervan de waarde van de samenleving aantast
die rel natuurlijk hebben veroorzaakt.
Wie geweld oproept
zal geweld krijgen.
De revolutie die Jezus bracht was aan de basis van de wereld.
Hij overwon de dood.
Legde de basis voor de nieuwe wereld.
Leert ons toeleven naar die nieuwe wereld.
Maar niet altijd meteen alle verhoudingen overhoop te gooien.
Paulus noemt een slavenhandelaar een goddeloze.
Maar wat nou als zo’n slavenhandelaar tot geloof komt?
Hoe ga je daar dan mee om?
Zit het dan helemaal in het bereik van een leven dat absoluut niet kan voor een gelovige?
-misdaden
-vrouwenhandel
-drugshandel ???
Maar als er nou christenen zijn die slaven houden?
En Paulus ze aanspreekt als broeder?
Er zit kennelijk ruimte in het gelovig leven.
Ruimte om je eigen weg te zoeken.
Ruimte om de samenleving de tijd te geven de nieuwe normen over te nemen.
Maar de norm blijft overeind:
Een mens hoort geen slaaf te zijn.
Dienen van Jezus in de praktijk.
Hoe volgen wij Jezus in de praktijk.
Als we zien dat sommige zaken langzaam veranderen.
Dat de Bijbel ruimte heeft voor mensen om langzaam te veranderen.
Maar dat we wel de norm in de gaten moeten houden.
De sleutel zit in de oproep van Paulus om steeds Jezus te zien.
Vrouwen…… verbondenheid met de Heer.
Kinderen…………de wil van de Heer.
Slaven….. doe het voor de Heer, uw meester is Christus.
Meesters……… u hebt een Heer in de hemel.
Vrouwen, kinderen en slaven.
Let op de Heer.
Soms moet je in dit leven verdragen, verhoudingen accepteren en met Gods hulp zoeken naar verandering.
Zie de ander in het licht van de Heer.
Dat een slaaf zijn gelovige meester dus eer moet bewijzen.
Het is bijna onbestaanbaar.
Maar het kan alleen maar als de slaaf dan ook zijn hemelse Heer voor ogen houdt.
Beseft dat Jezus ook voor de slavenhouder is gestorven.
Ook die ziet als beeld van God.
Maar daarin ook het lijden meemaakt.
En besef heeft van het lijden van Jezus.
En dat dan ook draagt
terwijl hij of zij tegelijk mag zoeken naar nieuwe wegen.
Dragen en gehoorzamen betekent niet berusten.
Mannen, vaders, meesters (meestal in één persoon vertegenwoordigd)
Dien Jezus en doe de ander echt.
Dan snap je dat je niet maar wat kunt doen.
Dan snap je wat liefde en respect betekent.
Dan zie je ook jouw Heer en weet je dat je precies dezelfde mens bent als die slaaf van je.
En als je werkelijk Jezus kent
dan kan het niet anders dan dat je verandert.
Wat betekent het voor ons?
Laat de kerk in ieder geval iets zinnigs te zeggen hebben als het gaat over zwarte Piet.
Wij blanken staan in de geschiedenis van overheersing.
We zijn er niet persoonlijk voor verantwoordelijk
maar we dienen wel rekening te houden met het feit dat onze gekleurde landgenoten nog steeds last kunnen hebben van die geschiedenis.
Wij blanken dragen het beeld van de verdrukker in ons.
Je kunt eeuwen van verdrukking niet zomaar wegpoetsen.
Dat kan alleen door een innerlijke verandering.
Door werkelijke ontmoeting.
En als volgeling van Jezus Christus heb je de opdracht de ander te ontmoeten.
Waar wij, misschien vaag,
nog het beeld laten zien van de verdrukker,
zullen wij heel helder en scherp het beeld moeten laten zien van onze Heer.
Hij die er op uit was om de ander te ontmoeten en te redden.
Dus ga niet gewoon maar mee in de reflex dat het moet blijven zoals het is.
En dat anderen niet moeten zeuren.
Dat is het gemak van de verdrukker.
Probeer te ontmoeten en te luisteren.
Die ringen die zwarte Piet nog steeds wel eens in zijn oren heeft
laten zijn verleden als slaaf zien.
Dat negerzwart (onder die naam te koop in de feestwinkel)
heeft echt niets met de schoorsteen te maken,
dat weten we allemaal.
En die dikke lippen en het verdraaide Nederlands
wekken niet toevallig de associatie op met onze donker gekleurde Nederlanders.
Zelfs al kan je vanuit je eigen denkkader volhouden dat het niet zo bedoeld is,
dan moet je als je de Bijbel serieus neemt even nagaan hoe het overkomt.
Wat betekent de pijn van onze donkere medemens
die blij is als het 6 december is?
Wat voor wereld zit er achter.
Wat voor verdrukking voelen zij nog steeds die wij niet kunnen voelen.
Paulus zegt aan alle verdrukkers:
Let goed op: je hebt een meester in de hemel.
En dat is er één die probeert mensen te ontmoeten en te begrijpen.
Wij zijn op weg naar de nieuwe aarde.
We zien nu veel wat niet goed is.
We kunnen niet alles veranderen.
Maar we kunnen wel onze houding steeds vernieuwen.
Leven door Christus.
Hem voor ogen houden in alle uitdagingen van het leven.
En dan elkaar werkelijk ontmoeten.
Dan mogen we nu al verandering meemaken.
Verhoudingen herstellen.
De liefde vorm geven door echt te luisteren en de ander te ontmoeten.
En dan doen we niet mee in goedkope retoriek.
We zeuren niet over zwarte Piet,
maar luisteren naar de pijn van mensen die met hem worden geconfronteerd.
En als we dan ons hart laten veranderen
dan verkleurt die grapjas vanzelf.
En onze donkere broers en zussen die ons bezig zien
hebben vast nog wel een jaar of twee geduld.
Want zij hebben een Heer in de hemel.
Dat helpt.