Mattheus 27:52. Een bizar stuk in het evangelie.

\Matteus 27: 50 t/m 54. 27-04-2014.

Dit is een bizar stuk.
Wie gelooft dit nou?
Wie snapt het?
Dit is volgens mij de categorie bijbelgedeeltes waar je bij voorkeur voorbij gaat.
We nemen Gods Woord serieus
en zullen niet zeggen dat het niet klopt.
Maar wat moet je er wel mee….

Voor mij raakt dit bijbelgedeelte aan twee belangrijke zaken.
Het is een uitdaging om naar de Schrift te kijken.
Onherroepelijk roept het vragen op.
Klopt alles wat in de Bijbel staat helemaal.
En als je daar aarzelingen bij hebt
wat betekent dat dan.
Een gedeelte als dit laat mij opnieuw nadenken over de aard van de Bijbel.

Over de betrouwbaarheid en de samenhang.
Het is een van de onderwerpen die we aan de orde stellen op de gespreksgroep over lastige vragen.
Er zijn namelijk best wat stukken in de Bijbel waar je als mens van deze tijd tenminste vragen bij hebt.
Dat vind ik het boeiende van deze toch wat bijzondere verzen.

Daarnaast speelt voor mij mee wat de boodschap dan precies is
en wat die boodschap voor ons betekent.

We beginnen eerste eens met dat eerste.
Kan dit eigenlijk waar zijn wat Matt beschrijft, of moeten we het verhaal helemaal anders lezen.

Er zijn verschillende redenen om het heel anders te lezen dan een letterlijk verslag van wat er op dat moment in Jeruzalem is gebeurd.
Ik weet van theologen die stevig staan in een orthodoxe traditie en die leven bij de Bijbel als Woord van God
die van dit bijbelgedeelte vermoeden dat het niet een letterlijk verslag is.
Dat Matteus met deze verzen vooral een boodschap wil overdragen maar niet wil beschrijven wat er daadwerkelijk gebeurde.

Je kan daar verschillende argumenten voor gebruiken.
Ik noem er een paar.

1. Geen van de andere evangelisten vermeldt dit.
Terwijl het een ander soort verschil is dan er verder wel tussen de evangelisten te vinden is.
Ook als het gaat om het paasevangelie.
Je kan allerlei verschillen aanwijzen, die, als je nuchter bent
niet heel erg belangrijk zijn.
Dan gaat het over wie nou precies als eerste in het graf keek,
hoeveel engelen er waren op die paasmorgen.
Wie eerlijk de Bijbel leest ziet de verschillen.
En wie er nuchter over nadenkt kan ook goed met die verschillen leven.
Een evangelie is geen proces verbaal
en is niet bedoeld om een situatie zo te beschrijven dat een onderzoeksrechter precies kan nagaan wie op welk moment waar stond.

Maar Matteus verschilt hier wel heel erg van de andere evangelisten.
Een aardbeving is toch geen kleinigheid.
Het scheuren van rotsen en openbreken van graven is dat al helemaal niet.
Dat moeten mensen toch hebben waargenomen.

En het is in het verhaal van Matteus zo’n duidelijk teken van overwinning
dat het alleen daarom al vreemd is dat de anderen het niet noemen.

2. Naast dit verschil met andere evangeliën zou je ook kunnen wijzen op het taalgebruik van Matteus.
Dat heeft wel heel duidelijk trekken van apocalyptische taal.
Kort hiervoor heeft Matteus zich daar ook van bediend in hoofdstuk 24.
Jezus waarschuwt voor de verwoesting die over Jeruzalem zal komen.
De zon zal verduisterd worden en hemelse machten zullen wankelen.
de sterren vallen uit de hemel.
Matt 24vs29.
Dat is taal die er niet om vraagt letterlijk genomen te worden.
Dat past gewoon niet in het genre van de taal.
Wij kennen dat soort taalgebruik nog steeds.
Een Amsterdamse krant zou na de 5-1 nederlaag van Ajax tegen NEC afgelopen weekend
zomaar kunnen schrijven:
“Donkere wolken pakken zich samen boven de godenzonen.”
Dat is geen weerbericht.
En ook de benaming godenzonen nemen we met een schep zout.

Zo kan Matteus zich ook hier uitgedrukt hebben. Hij gebruikt ook duidelijk taal uit het OT. In zijn taalgebruik horen we vrij letterlijk Ezechiël opklinken (Ezechiël 37: 12,13) als Ezechiël zegt dat Israël uit de graven zal komen en terugkeren uit de ballingschap. Dat is duidelijk taal die niet letterlijk bedoeld is. Matteus roept hiermee een herinnering op aan prachtige profetieën van vroeger. Hij roept daarmee ook een verlangen wakker dat leefde in de tijd van Jezus, dat God dat nou eindelijk ging doen. Je kan dan zeggen dat wat Ezechiël profeteerde helemaal waar wordt als Jezus de macht van de dood overwint aan het kruis. Maar niemand heeft Ezechiël ooit letterlijk genomen als hij deze woorden sprak. De mensen waren niet in een graf, maar in de gevangenis in Babel. Dat is geen leven, er is bevrijding nodig, maar het is niet een letterlijk graftombe.
Het zou kunnen dat Matteus zich hier op vergelijkbare manier uitdrukt.

3. Ik zie als het gaat om de letterlijke interpretatie van dit gedeelte nog een ander probleem:
het past niet in wat het NT leert over de opstanding van de doden.
Paulus schrijft in 1 Korinthe 15:22 en 23
Zoals wij allen door Adam sterven, zo zullen wij door Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer Hij komt, zij die Hem toebehoren.
In het verslag van Matteus blijft staan dat Christus zich laat kennen als de eerste opgestane
want er zit een opvallend tijdverloop in zijn verslag.
De graven breken open bij de dood van Jezus
maar de overledenen komen pas uit hun graven na de opstanding van de Heer.
Jezus blijft voorop gaan.
Maar Paulus schrijft echt over wat anders,
dat de volgelingen pas een nieuw leven krijgen als Jezus terugkomt.
Als Hij de wereld gaat vernieuwen.

4.De gebeurtenis is ook wel erg bizar. Als er nou allemaal mensen uit de dood zijn opgestaan en in Jeruzalem rondliepen, dan is het toch idioot dat daar niet veel meer over wordt gezegd. In buitenbijbelse bronnen, maar toch vooral in het evangelie

Kortom:
Er zitten echt wat problemen in dit stuk.
Dat laat ons iets zien van hoe je soms met de Bijbel kan worstelen.
Nou laten we het stoeien noemen,
je kan er ook over van mening verschillen zonder de kern van het geloof aan te tasten.

Ik kan er goed mee leven als mensen hier overheen lezen
en als collega’s er liever niet over preken.
Dat past wat mij betreft in een gezonde manier van met de Bijbel omgaan en valt in het bereik van gelovig leven.

Ik wil dit stuk toch wel als historisch beschouwen, met oog voor de moeiten.
Misschien moet ik zeggen: het voordeel van de twijfel.
Want het is wel een prachtig stuk en het past toch wel weer heel goed in het geheel van de Schrift.
En de boodschap is bevrijding die we nodig hebben.

Ik heb daar wel een paar redenen voor.
1.Om te beginnen is de tekst zoals die ons is overgeleverd niet heel erg problematisch. Bij sommige teksten zijn er verschillende handschriften die heel afwijkende lezingen hebben. Een bekend voorbeeld is het laatste stukje van Markus. Daar wordt in de meeste uitgaven van de NBV ook in de tekst aangegeven dat het laatste stukje waarschijnlijk later is toegevoegd.
Wetenschappers komen tot zo’n conclusie omdat er zoveel variaties zijn van zo’n tekst in de verschillende handschriften dat je gaat vermoeden dat er iets mee aan de hand is.

Dat is hier niet het geval.
Mensen die in de loop van de eeuwen de tekst overschreven om die te behouden, zoals dat ging met deze teksten, zijn steeds dichtbij die ene tekst gebleven.
Er was kennelijk niets mis mee in de beleving van de theologen voor ons.
Dat zou kunnen zijn omdat iedereen het herkende als apocalyptische taal.
Maar ik vind dat argument van apocalyptische taal eigenlijk niet zo overtuigend.

2.Want, dat is mijn tweede argument. Matteus is toch wel heel concreet.
Op dat moment werden de graven geopend
Dat is toch eigenlijk veel te specifiek om als beeldspraak te dienen. Bovendien legt hij meteen het verband met het lege graf van Jezus. IN één zin. En over dat lege graf is hele NT duidelijk. Als je dat als beeldspraak wilt zien kun je beter wat anders gaan geloven. Paulus zegt in 1 Kor 15:19
Als we alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn we de beklagenswaardigste mensen die er zijn.

3..Deze beschrijving past in het evangelie van Matteus en hij laat in zijn woordgebruik merken dat de duivel de laatste slag is toegebracht.
Matteus beschrijft dat de mensen die uit de graven komen zich laten zien in de heilige stad. Jeruzalem krijgt daarmee een bijzondere glans.
De stad van God.
Stad van vrede.
Brandpunt van de aarde van waaruit het heil de wereld in gaat.
Dat zullen we ook snel gaan meemaken na het Pinksterfeest.
Vanuit Jeruzalem de hele wereld over.

Matteus noemt die heilige stad eerder, op een belangrijk moment.
Matteus 4:5. De duivel probeert daar Jezus onderuit te halen door hem te verleiden God op de proef te stellen.
“Spring van het hoogste punt van de heilige stad, en vertrouw op Gods redding”.
Daar, aan de poort van die heilige stad
bleek de duivel geen vat te hebben op Jezus.
Jezus ging zijn taak vervullen.
Om zo de macht van de duivel te breken.
En als Jezus aan het kruis sterft is de overwinning defintief.
Het kwaad laat meteen zijn claim los.
En als bewijs daarvan breken graven open.

4.Wat het voor mij ook begrijpelijker maakt is dat het minder bizar is dan het lijkt. Ik geloof niet dat Matteus hier wil laten weten dat er opeens tientallen mensen door Jeruzalem liepen waarvan iedereen wist dat die al begraven waren.
Dat zou inderdaad een bizar spektakel zijn.

Wat kan er wel gebeurd zijn?
Ik doe een poging om het te verklaren.

Jezus sterft en overwint de macht van de duivel.
Eindelijk de vrijheid waar het volk naar heeft verlangd.
Het lijkt er nog niet op, maar Matteus neemt ons alvast mee naar de opstandingsdag.

Als Jezus sterft worden de graven van de heiligen verbroken.
Dat zouden gelovigen kunnen zijn die Jezus als Messias hebben erkend maar zijn overleden voor zijn sterven.
Zij maken als eersten mee hoe waar het is.
Zij kijken hun ogen uit.

Ze vertonen zich in Jeruzalem na de opstanding.
Want Jezus is de eerste.
Hij is de belangrijkste.
Wat zij in die tussentijd gedaan hebben is niet zo belangrijk.
Want het zijn geen dode lichamen die weer levend worden.
Het zijn nieuwe lichamen.
Net zoals Jezus een nieuw lichaam had.
Ook Jezus was na zijn opstanding op een andere manier aanwezig in deze wereld dan voorheen.
Hij was duidelijk niet meer gebonden aan ruimte en waarschijnlijk ook niet aan tijd.

Die rechtvaardigen zijn dan ook niet in drommen door Jeruzalem gegaan.
Zo ging dat niet.
Zo ging dat ook niet met Jezus.
Soms herkenden mensen Hem niet eens.
Hij was er opeens,
sprak bemoedigend en ondersteunde de mensen en verdween weer.

Zo kunnen ook de opgestane rechtvaardigen hun geloofsgenoten in Jeruzalem hebben ondersteund.
Om het feest mee te vieren.
Dat de strijd gestreden was.
Dat de Schrift is vervuld door het sterven van Jezus
en dat Hij dat heeft laten zien door uit de dood op te staan.
En de bemoediging van de opgestane rechtvaardigen
heeft de achterblijvers geholpen om het te geloven en er naar te leven.

Dat was niet eng of spookachtig,
misschien even in het begin
zoals ook vaak bij Jezus.
Maar na de herkenning
en na de gewenning aan een nieuw lichaam
was het een feest van herkenning.

Een feest van bevrijding.

Het is een uitzondering geweest.
Vast en zeker.
Lees Paulus er maar op na.

Begrijpelijke uitzondering.
We zijn niet geschikt om met de andere wereld bezig te zijn.
We zijn er ook niet toe geroepen.

Onze roeping is om hier bezig te zijn.
Om te leven in de overwinning van Christus.
Om te werken in zijn Koninkrijk.
Maar daarin worden we ondersteund en krijgen we kracht
als we weten dat de Schrift waar is.
Dat Jezus de nieuwe tijd heeft laten beginnen.
Dat wij dus in die nieuwe tijd leven.
En geroepen zijn om dat goed te doen.