Preek van 7 september 2014. Bevestiging ambtsdragers

Mattheus 6: 7-11. 07-09-2014
Avondmaal en bevestiging ambtsdragers.

We hebben nieuwe hulpen voor Gods Koninkrijk bevestigd.
Dat is wat jullie gaan doen: aan het werk in Rijk van God.
Het is dus niet zomaar een klusje.

Dat zou zwaar kunnen wegen.
Misschien overvalt het je wel wat.

Zware last?

Jezus is vrij nuchter.

Hij geeft instructie over bidden.
Uw Naam geheiligd,
laat uw Koninkrijk komen.

Het nuchtere is dat je als volgeling van Jezus enerzijds wordt aangespoord om in het Koninkrijk te leven en te werken
maar dat je vooral moet blijven bidden
om het ook te kunnen.

Ik vertrouw op een biddende kerkenraad
en een biddende gemeente die daar achter staat.

Uit dat gebed wil ik een punt naar voren halen.

Geef ons vandaag het brood dat we nodig hebben.
De NBV omschrijft het prachtig.
Anders dan we zijn gewend.
Niet geef ons het dagelijks brood,
maar geef vandaag het brood dat we nodig hebben.

De oude formulering is omstreden.
We weten eigenlijk niet wat dat precies is: “dagelijks brood”.
Het gebruikte woord is onbekend.
De discussie over de betekenis gaat al eeuwen voort en niemand komt er uit.

Maar als we kijken waar Jezus het over heeft
dan kunnen we wel begrijpen wat het moet zijn.

We hebben gebeden:
Laat uw koninkrijk komen.

Dan moet dat onbekende woord wel met dat Koninkrijk te maken hebben.
Geef ons het brood
dat we nodig hebben om in het Koninkrijk te werken.
Dagelijks brood is koninkrijksrantsoen.

We zijn op weg in het Koninkrijk.
We mogen het beleven.
En door de Geest
mogen we het ook mede gestalte geven.
En we bidden: Geef wat we nodig hebben.
Blijf bidden
als je in het ambt staat
en als je biddend achter de kerkenraad staat
“Geef alles wat nodig is
om God Koninkrijk te laten stralen”.

Dat is natuurlijk ook ons dagelijks brood.
Alle dingen die we nodig hebben
om het leven op deze aarde te genieten.
Maar het gaat ook verder.

Daarom is het mooi om vandaag ook avondmaal te vieren.

We breken het brood,
een gemeenschap met het lichaam van Christus.
We gedenken en geloven
dat Hij zijn lichaam heeft gegeven
tot een volkomen verzoening van onze zonden.

Dan ontvangen we dat teken,
en we weten dat het waar is.
We zien Jezus Christus in dat brood.
Voor onze zonden gestorven,
de dood overwonnen,
en Hij legt het leven open.

Dan bidden we:
Geef ons het brood voor het Koninkrijk.

Als we verantwoordelijk zijn voor kerkenraadswerk:
geef ons de wijsheid om te onderscheiden,
geef ons de moed om grenzen te verleggen
geef ons het inzicht om om te zien wat goede grenzen zijn.

Als we op pad gaan
om in de Naam van Jezus naast mensen te zitten
hun verhaal te horen
en het evangelie uit te dragen:
geef ons een open hart
geef wijsheid en liefde
geef moed en energie.

Als we ons voorbereiden op het avondmaal.
Dan bidden we:
geef dat we in het brood werkelijk onze Heer ontmoeten,
zodat we Hem de Heer van het leven kunnen laten zijn.
Geef dat we weten wat het betekent
dat de zonden vergeven zijn,
en dat dat wat van ons leven vraagt.
Geef de volle eerlijkheid om naar ons leven te kijken.
Geef de volle vrijmoedigheid
om genade te ontvangen
zodat we onszelf niet altijd een te nauwe maat nemen
maar gaan in vrijheid.

En dan schenken we de wijn uit.
Gemeenschap met het bloed van Christus.
Beeld van verzoening.
Maar ook van de nieuwe wijn in het nieuwe Koninkrijk.

En we bidden het Onze Vader
met ons hart vol verwachting van het Koninkrijk
waar we biddend in mogen werken.