Preek van zondag 21 juli. Handelingen 6 en 7

Handelingen 6: 7 t/m 15 en Handelingen 7: 52 t/m 60.
21-07-2013

Vorige week een artikel in de krant.
Naar aanleiding van een foto van een aantal mannen die in Indië geëxecuteerd waren.
Ingrijpend verhaal.
Een oude man herkent zichzelf als jong soldaat.
Hij heeft meegedaan.
Hij droomt er nog elke nacht van.
“we waren jonge jongens “ .
Hij dacht dat hij de bevolking ging helpen met die politionele acties.
Maar het ging heel anders.
Het werd moorden.
“Geen enkele man die we gevangen namen kwam levend weg”.
Wat hij vertelt is verschrikkelijk. Zeker als je bedenkt dat NL nog maar net zelf bevrijd was een bezetter die ongeveer hetzelfde deed.

Zo’n bericht kon lange tijd niet in de krant.
In mijn ouderlijk gezin vroeger was geen enkele ruimte voor de nuance dat er misschien niet alleen maar dappere en eerlijke strijders naar Indië gingen, om daar recht te brengen.

Nu is er ruimte voor de nuance.
Door de tijd is het beeld langzaam gekanteld
Kunnen we naar zo’n foto kijken en kan iemand zeggen: “dat klopt, zo ging dat altijd, en kijk, daar sta ik op die foto”.

Dat is een enorme verandering van kijken en denken.
Niet gemakkelijk.
Geen wonder dat er tijd voor nodig was om dat tot stand te laten komen.
Want het wereldbeeld moest veranderen.
Het beeld van onszelf moest veranderen.

We hebben moeten leren accepteren dat ook Nederlandse soldaten grote fouten kunnen maken.
Dat is schokkend.
We kunnen de wereld niet gemakkelijk indelen
in goede en foute mensen.
Goede mensen maken fouten
en fouten mensen zijn soms heel menselijk
als je ze beter leert kennen.

Dat is schokkend.
Vooral als je denkt dat je helemaal goed zit.
Als je denkt dat je leven helemaal op orde is
is het lastig om tot een ander inzicht te komen.

Zo’n foto en die geschiedenis van die politionele actie roept een vraag bij me op.
Hebben we het niet helemaal verkeerd gedaan?
Hebben we als kerk ook niet volkomen verkeerd gereageerd?

Wat zijn er veel mensenlevens beschadigd.
Daar in de dorpen.
Maar ook later
omdat er niet over gesproken mocht worden.
Daders die toch ook slachtoffers zijn werden genegeerd.
Je zal maar 90 zijn geworden
en er nooit over hebben kunnen praten.
En de critici zijn neergesabeld.
In sommige gevallen opgesloten als misdadigers.

Wat kunnen we leren van die geschiedenis.

Misschien helpt dit gedeelte van Handelingen.
We zien hier in Handelingen
dat mensen door andere inzichten heel boos worden
Ze kunnen de wereld niet meemaken zoals die zich voor hun ogen laat zien.

Jezus wordt verkondigd
en het is groot feest.

Hij is als Heer aanwezig.
De gebeurtenissen en de getuigenissen zijn overrompelend.

In de Naam van Jezus
worden mensen genezen
veranderen levens ingrijpend
en wordt de geschiedenis herschreven.

We komen in de Bijbel 2 manieren tegen om te reageren.
· Geweldige vreugde.
· En ontembare boosheid.

Die vreugde is begrijpelijk.
Want het is geweldig om Jezus te kennen en Hem aan het werk te zien.
Mensen vertellen dat ze Hem hebben gezien na zijn opstanding uit de dood
en iedereen die Hem niet gezien heeft kan weten dat Hij er is.
Genezingen.
Levens die veranderen.
Grote blijdschap om bij Hem te horen.
Opeens is het leven een feest.

Maar het kon ook verwarrend zijn.
Want er blijken 3 dingen heel belangrijk.

1. De Messias is niet een grote Koning die Israel gaat redden.
Hij is een Redder die de straf draagt voor de hele wereld en dus aan het kruis sterft.
Dat was heel schokkend.
Want dat betekende dat iedereen die redding nodig heeft.
Dat betekent dat je je leven niet zelf op orde kan houden. Als je dat probeert val je altijd door de mand. Er zal altijd een moment komen dat je naar je leven kijkt en moet zeggen: kijk daar zit ik, op die foto

2. Jezus heeft veel onderwijs gegeven over de wetten van God. En dan wordt duidelijk dat die wetten ons helpen om goed te leven, maar dat het niet een manier is om te laten zien dat je het zo goed doet in je leven. Je kan je eigen leven niet op de rails houden door al die wetten.

3. Jezus liet zien dat God niet alleen Israël op het oog had, maar de hele wereld. Ook daarmee ging het werk van Jezus in tegen wat men verwachtte.
Men verlangde naar de Messias
maar die zou Koning moeten zijn en Israël weer op de kaart zetten en dan zou Jeruzalem weer sterk zijn en de tempel als stralend middelpunt in Jeruzalem het beeld bepalen.

Daarom zijn er niet alleen mensen blij.
Maar worden sommigen ook boos.
Vernietigend boos.
Hun wereld staat op de kop.
Vandaar die aanklacht.

Deze man keert zich steeds weer tegen de tempel en de wet.

Op de klank af klopt dat.
Er is namelijk veel veranderd door Jezus.
Maar ze hadden moeten zien
dat het oude geloof juist op een hoger niveau was gekomen.
Volkomen tot bestemming.

Dat konden ze zien om zich heen.
Ze konden het ook zien aan Stefanus.

Zijn gezicht leek op dat van een engel
Daar kunnen ze niet omheen gekeken hebben.
Het woord is veelzeggend,
we kwamen het ook tegen bij de genezing van de verlamde, waar we lezen dat Petrus de man indringend aankijkt.
Opvallend dat de preek van Stefanus
zo stralend begint.
Het doet ons meteen denken aan Mozes.
We lezen van hem in Ex 34 (vs 29 v)
dat zijn gezicht straalde.
Stefanus zal in 7:53 zeggen
dat de Israëlieten de wet hebben ontvangen door tussenkomst van engelen.

Los van de overtuigingskracht van de woorden van Stefanus
worden de luisteraars bij de hand genomen
door letterlijke ondersteuning.
Het gezicht van Stefanus straalt
zoals het van Mozes ook straalde op het doorslaggevende moment.

Alles werkt mee om de harten te openen.
Maar zij ontstaken in woede en vielen aan.
En dan gaat de hemel opnieuw open.
Stefanus ziet de Heer
maar de aanvallers willen er niet mee geconfronteerd worden.
Ze stoppen hun oren dicht
om de sprekende lofzegging van Stefanus niet te horen.

De feiten genegeerd.

Dit is schokkend.
Dat je zo vast kan zitten.
Als we kijken naar Handelingen is het nauwelijks voor te stellen.

Hoe kan dit gebeuren?

Dat kan alleen maar zijn
omdat ze altijd hebben gedacht dat het anders zou zijn.
Hun eigen beeld van wat de Messias kwam doen was zo sterk.

Maar het moet ook te maken hebben met de inhoud.

Het is goed om te beseffen
hoe schokkend dat is.

Dat het God niet gaat om je eigen land en je eigen volk en je eigen soort mensen.
Dat is altijd weer wennen.
Ook voor ons.

Dat we leven van vergeving en gewoon een redder nodig hebben.
Als Jezus ons niet redt
lopen we vast in een leven dat we zelf willen leiden.
We gaan het niet redden met onze goede bedoelingen en ons fatsoen.

Er zit een bijzondere les in dit verhaal.
Als je niet open bent voor wie Jezus is en wat Hij doet voor je
kun je zomaar verstarren.
Dan mis je het feest van leven met Hem.
En voor je het weet
sta je onverschillig in het leven.
Kun je zelfs de feiten van Gods werk ontkennen.

Is dat niet de belangrijkste les
ook in het licht van onze geschiedenis, bijvoorbeeld met die politionele acties.

Als we nou steeds op zoek waren geweest het werk van Jezus te begrijpen.

Hadden we dan niet veel eerder kunnen zeggen:
“Het gaat er niet om dat wij als land stralen met macht en rijkdom.
Jezus wil zijn evangelie over de hele wereld verspreid hebben en niet door machthebbers maar door daders van het Woord”
Was ons Jeruzalem dat moest stralen
toen niet het hoofdkantoor van Shell
waar verbijsterende rijkdommen werden vergaard?

Zou het niet geholpen hebben
als we echt hadden beseft dat Jezus voor onze zonden is gestorven
en dat we dus zijn hulp nodig hebben.
Dat wij ook zondaren zijn
en dat je altijd weer naar je leven moet kijken met dat besef
dat je het ook helemaal fout kan doen.

Had dat niet ruimte gegeven om er eerlijk over te spreken?

Kortom:
Jezus kennen
En daarmee een geweldige uitdaging en bemoediging om christen te zijn.

Het goede nieuws is dat het kan.
Als je je open stelt
om afhankelijk van Jezus te leven
kun je putten uit een grote kracht.
En kun je leven met heel veel ruimte.

Kijk maar naar Stefanus.
Hij is echt een volgeling van Jezus.
Hij sterft met de woorden waarmee ook Jezus stierf.
“Reken hun deze zonden niet aan”.

Dat is het wonder van het evangelie.
Ook als je je afkeert van de Heer
wil Hij nog bidden dat je Hem weer vindt.

Dat is de ruimte waarmee wij in deze wereld mogen staan.
Het feest vieren van het evangelie.
Met ruimte voor iedereen die het niet kan meevieren.
Gewoon omdat we Jezus volgen
en Hij ruimte had.

Dan schrik je niet als je wereld instort.
Als je fouten maakt
grote zonden bedrijft
of ontdekt dat de geschiedenis van je land tegenvalt.

Want Jezus leeft
om ook die schrik van je af te nemen
en altijd weer te zorgen
dat je het feest kan meevieren.