Preek van zondag 7 april 2013, de Emmaüsgangers.

Lukas 24: 13-35. 07-04-2013

· Ontgoocheling.
· Ontmoeting en nieuwe hoop.
· Herkenning en vernieuwing.
· Op weg vanuit de herkenning.

Ontgoocheling.
Soms is geloven zo ongrijpbaar.
Ken je de vreugde van leven met God
maar kan het opeens weg zijn.
Is het licht voorbij
en beweeg je je voort in de schemering.

Dat maken ze mee, die twee mensen op weg naar Emmaüs.
Ze spreken over alles wat is voorgevallen.
Als zij Jezus uitleggen waar het gesprek over gaat
dan proef je de hoop die ze hadden.
Om te beginnen zijn ze verbaasd dat Hij het niet weet.
Het is blijkbaar overduidelijk het gesprek van de dag.
Iedereen weet wat er gebeurd is,
iedereen heeft het er over.
En de verwachting die er leefde over Jezus
was blijkbaar ook heel duidelijk.
Zo brengen ze onder woorden waar ze over spreken:

Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret,
een machtig profeet in woord en daad
in de ogen van God en van het hele volk.

Wat een omschrijving geven ze hier.
Je proeft er de hoop in.
De hoop dat deze Jezus de Messias was.
Dat er eindelijk een nieuw begin zou komen.

Deze twee mensen hebben samen met de andere volgelingen
het heil geproefd.
Ze hebben de smaak van het Koninkrijk te pakken gekregen.

Een machtig man in de ogen van God.
Nog steeds durven ze dat hardop te zeggen.
Dat is dus wat ze hebben meegemaakt in de omgang met Jezus.
De smaak van het Koninkrijk.
Dat moet hun leven ingrijpend hebben veranderd.

En toch bewegen ze zich voort van Jeruzalem naar Emmaus.
Een zware tocht.
Want hun ogen zijn geopend.
Ze zien de werkelijkheid heel anders
en nemen langzaam afscheid van wat zo mooi was.

Zo gaan wij soms het leven door.
Dan heb je even de smaak van het Koninkrijk geproefd.
Voor kortere of langere tijd.
En opeens verandert het beeld.
De situatie verandert, je gevoel verandert.
Oude patronen komen terug.
Nieuwe patronen verstoren wat goed was.
En je wandelt niet meer met het zicht op Jeruzalem.
Met vuur,
enthousiasme,
met hoop en uitzicht.
Maar je beweegt je door het leven voort.
Laat Jeruzalem achter je.
De glans verdwenen.

Zo liepen zij naar Emmaüs.
De hoop voor Israël is vervlogen.
God is blijkbaar niet bezig alles nieuw te maken.
Niet God, maar andere bepalen het beeld.
Ze zouden zomaar psalm 42 hebben kunnen zingen.
Zoals wij die ook zo vaak in ons leven uit de diepte van ons hart kunnen zingen.
Wanneer weer juichen in Jeruzalem?

Ontmoeting en nieuwe hoop.
Ze herkennen Jezus nog niet.
Maar in de ontmoeting komt wel de hoop naar boven.
Het onderwijs uit de Schrift geeft weer nieuw licht.
Met een bonkend hart horen ze het onderwijs aan
en steeds meer gaan ze begrijpen waar het eigenlijk over gaat.
Jezus legt het lijden uit.
Hij vertelt over de Messias,
over het nieuwe begin dat God gaat maken met de wereld.
Het licht dat doorbreekt
laat zien dat hun hoop niet onterecht was.
Jezus was inderdaad een machtig profeet in woord en daad.
Een machtig profeet, ook in de ogen van God.

Herkenning en vernieuwing.
Als Jezus in huis is neemt Hij vrijmoedig de rol van gastheer op zich.
Hij kan dat blijkbaar doen.
Het moment dat Jezus het brood breekt
is een moment vol van betekenis.
De manier waarop de evangelist Lukas het vertelt
laat ons die betekenis ook volop ervaren.
In die gebeurtenis
legt Jezus opnieuw de Schriften uit.
Een kernmoment dat het leven diep raakt.

Hier in Emmaus vinden we de opnieuw een maaltijd.
Zoals Jezus zo vaak
een maaltijd had gehouden
en zo de gemeenschap had vorm gegeven.

Als de evangelist Lukas later het vervolg schrijft,
het boek Handelingen,
dan is dat ook meteen de kern van wat hij beschrijft van de nieuwe gemeenschap van christenen.
Ze breken samen het brood.
De herinnering aan het lijden van de Heiland
en de beleving van de gemeenschap leggen het patroon uit voor de kerk.

Bij het breken van het brood gebeurt iets opvallends:
Herkenning!
Hun ogen worden geopend.
Je kon Jezus niet zomaar herkennen dus.
Zijn nieuwe lichaam was volledig lichaam zoals het onze.
Lukas benadrukt duidelijk hoe de Here het brood pakt en het breekt.
Maar zijn lichaam was ook meer dan ons lichaam.
Zo vernieuwd
dat je iets extra’s nodig hebt om het te herkennen.

Die herkenning is er bij het breken van het brood.
Lukas legt hier een groot gewicht in.
De taal die hij gebruikt opent opnieuw de Schrift.

We worden er door meegenomen naar de eerste maaltijd in de Bijbel.
De eerste maaltijd, die wordt beschreven verjorzaakt vervreemding.
Adam en Eva eten van de verboden vrucht.
En hun ogen worden geopend.
Lukas gebruikt hier bijna letterlijk het grieks uit de oude griekse vertaling van het OT.

Het ligt ook voor de hand dat de twee mensen hier een echtpaar zijn.
De ene heet Kleopas.
We weten uit Johannes 19:25 dat Maria, de vrouw van Klopas bij het kruis stond.
Deze twee mensen horen ook duidelijk bij hetzelfde huisgezin.
Het past bovendien ook in de lijn van Lukas.
Die vertelt veel eerder in het evangelie over een ander echtpaar
dat in verwarring is over Jezus.
Ze kennen Hem zonder Hem te herkennen.
Jozef en Maria
ze lopen uit Jeruzalem vandaan
en raken in paniek omdat zij Jezus missen.
Als ze Hem later vinden
kunnen ze de waarheid niet echt onder ogen zien.
Hoewel vooral Maria er duidelijk over na moet denken.
Ze sloot alles wat er was gebeurd in haar hart.

Ook hier een man en vrouw op weg vanuit Jeruzalem.
Jezus kwijt.
Maar als zij Hem ontmoeten,
worden hun ogen geopend.

Aan het begin van de nieuwe week,
als God begonnen is met een nieuwe schepping,
breekt het inzicht door.

Ze zien de werkelijkheid.
Maar nu zien ze niet meer elkaars naaktheid.
Nu is het niet de intense verwijdering van God.

Nu zien zij hoe God door het lijden van de Messias heen
een nieuw begin heeft gemaakt.

Op weg vanuit de herkenning.
Opeens is Jeruzalem weer in beeld.
Hoewel ze ongetwijfeld moe zijn,
wijst alles er op dat zij zich nu niet voortbewegen.
Ze zijn op weg met een uitzicht.

Toch was Jezus opeens verdwenen.

Dat zegt iets over de manier waarop wij op weg zijn.

Soms zijn we in een beweging vanuit Jeruzalem weg.
Gelovig leven is soms moeizaam.
Leven is soms moeizaam.
Zelfs nadat je de smaak van het Koninkrijk hebt geproefd
ga je wel eens op het tandvlees door het leven.

Het echtpaar dat we tegenkomen op weg naar Emmaus
ging daar doorheen.

Hun ogen gingen open,
en toch zagen ze Jezus niet meer.

Want zo is dat in onze wereld.
Je kan de Heer zien en aanbidden.
De Opgestane die leeft.
Maar in deze wereld kunnen we Hem niet altijd vasthouden.
Jezus is al nieuw.
De nieuwe schepping is begonnen.
Maar de aarde is nog niet nieuw.
Het is nog maar begonnen
en niet voleindigd.

De opgestane Heer past alleen op de nieuwe aarde.

Tot die tijd is Hij vaak ontrokken aan ons gezicht.

Maar we mogen wel op weg vanuit de herkenning.
Het breken van het brood.
Het beleven van de gemeenschap.

Zo vieren we avondmaal.
We gedenken hoe Jezus zijn leven gaf
om ons nieuw leven te geven.
We beleven de gemeenschap
die we van Hem ontvangen

En als we ons hart op Hem richten
dan mogen we door de Geest
ook herkenning krijgen.

Dan zien we de Heer
die we misschien even kwijt waren.
Dan ervaren we zijn nabijheid
zelfs in deze gebroken wereld.
Dan zien we de kracht en diepte
van zijn werk voor ons.

Dan kunnen we
vermoeid of niet
weer verder.
Leven met Hem
Jeruzalem begroeten.
De smaak van het nieuwe proeven
en daardoor in dit leven zoutend zout zijn.