Als iets een lastig onderwerp is om met jongeren te bespreken, dan is het wel
geloof. Waarom? Omdat, het woord geloven niet past in onze westerse wereld die
ogenschijnlijk van wetenschap aan elkaar hangt. Niets is minder waar… Geloven is
juist een wetenschappelijk principe, alleen wordt het een axioma of postulaat
genoemd: een niet bewezen, maar als grondslag aanvaarde bewering. Geloof dus,
maar dan met andere woorden. Onze wereld staat bol van geloof, als je het zo wilt
zien.
Elke theorie heeft zo z’n eigen postulaten. Die hoeven niet bewezen te worden, die
zijn waar totdat het tegendeel bewezen is. En dat kan je toepassen op biologie,
natuurkunde, maakt niet uit wat. En dat doe ik in gesprek met jongeren ook over
het leerling zijn van Christus Jezus. Zolang het tegendeel niet bewezen is, neem ik
het Evangelie voor waar aan. Maar dat is toch niet wetenschappelijk… of is dat het
juist wel?
Want wetenschap draait toch om het kunnen reproduceren van een situatie? Al
heeft niemand ooit het ontstaan van het Heelal kunnen reproduceren, toch zien wij
het gevolg ervan. Zo heeft ook niemand de Opstanding kunnen reproduceren, toch
zien wij het gevolg ervan. Há, daar heb ik je, hoor ik in gedachten mensen zeggen:
het Heelal kunnen we waarnemen en is dus echt. De Opstanding kunnen we niet
waarnemen, dus dat is niet echt. Mis.
Ook de Opstanding is waarneembaar, namelijk in alle mensen die zichzelf leerling
van Christus noemen. Het is een wetenschappelijk feit dat er christenen zijn en dat
is het directe gevolg van het postulaat van de Opstanding, van Pasen. Net zoals
het Heelal het direct gevolg is van het postulaat van de Big Bang. Beide postulaten
vragen in wezen om een gelijke mate van aanvaarding van een bewering die door
anderen is gemaakt.
Geloof, in de zin van een levensovertuiging, en wetenschap gaan in mijn denken
zo hand-in-hand samen. Er is hoop.
door Paul Smit