‘Waarom Nederlandse tieners bij de gelukkigste van de wereld horen’ kopte in de
zomervakantie een Britse krant. Dit komkommertijd nieuws kwam via verschillende
media bij mij binnen.
In het onderzoek is gemeten hoe tevreden tieners en jongeren zijn en hoe vaak ze
zicht zorgen maken over hun gezinssituatie, de groep vrienden, een stabiele
relatie, voldoende financiële ruimte, keuzevrijheid voor een opleiding, gezondheid
en zo. Jongeren konden daar op een schaal van één tot tien een cijfer aan geven.
Het combineren van een hoge tevredenheid en een lage zorg lijkt dan een cijfer
aan geluk te kunnen geven: 89% is gelukkig.
De praktijk daarbij is dat starters op de arbeids- en woningmarkt een onzekere
toekomst in stappen. Vaste aanstellingen zijn moeilijk te krijgen, betaalbare
woonruimte is moeilijk te vinden. En dat is alleen nog maar de materiele kant. In
hetzelfde onderzoek staat ook dat de helft van de jeugd eenzaamheid ervaart. Dat
jongeren psychische hulp nodig hebben bij het waarmaken van wat er van ze
verwacht wordt. En voor mij nog wel de meest confronterende mening dat jongeren
vinden dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun geluk. Met andere woorden: een
jongere die niet gelukkig is heeft zelf gefaald! Dat legt een druk op deze generatie.
Een generatie die meent alles bij zichzelf te moeten halen. Wat een troost hebben
we dan als volgers van Jezus met jongeren te delen.
Paul Smit
Woord voor de maand oktober: Psalm 38:10
– ‘Heer, U weet wat ik nodig heb, U kent mijn verdriet.’ (BiGT)
– ‘Heer, al mijn verlangens zijn U bekend, mijn zuchten is u niet verborgen.’ (NBV)