1

God roept je!

Mattheus 9: 36 t/m 38. 11 mei 2014. Roepingzondag.

Roeping?

Het gaat niet zo goed met de toestroom van theologiestudenten.
Kennelijk is het niet een erg aantrekkelijk vak.
Kennelijk weten weinig zich geroepen.

Het is ook een beetje kwetsbaar.
Wanneer weet je dat je geroepen bent?

Dat is toch altijd weer spannend.
Vroeger had de kerk er een heldere formule voor.
In het oude formulier van de bevestiging van ambtsdragers stond dat deze broeder
op wettige wijze door de gemeente was aangesteld
en dus door God zelf verkozen.

Dat heeft de charme van de eenvoud.
Als de procedure goed is verlopen weet je dat de roep van God is.
Dat gaf de kerkenraadsleden wel een stevige basis om hun werk te doen.

Maar die eenvoud is voorbij.
Kijk naar de beweging alleen al in onze kerken
om heel zorgvuldig om te gaan met werkers in de kerk.
Toerustingsdagen
verplichte bijscholing
coaching.
Ouderlingen, diakenen en voorgangers worden voortdurend bijgestuurd.
En het is nodig.
Roeping is niet meer vanzelfsprekend.
En bevestiging in een ambt is geen garantie voor vreugdevol en succesvol werken.

Daarom vandaag aandacht voor roeping.
Gemeenten worden aangespoord om leden te laten na denken of er geen roeping is.
Dus nadenken over theologie gaan doen of niet.

Ik wil dat thema een beetje loslaten.
Niet alleen omdat we het als gemeente niet zo slecht doen;
er zijn heel wat jongeren onder de 60 die de wonderen van de theologie op e.o.a. manier verkennen.

Maar ook omdat ik het breder wil hebben.

Ik geloof dat we allemaal een roeping hebben.
De velden zijn wit om te oogsten!

Wat betekenen die woorden van Jezus voor ons allemaal
theologen of brandweermensen?

Jezus komt in dit gedeelte dicht bij ons hart.

Jezus is bezig met de kern van zijn werk.
Hij preekt en geneest.
zijn woorden komen binnen.
Het effect groots.
“Zoiets hebben we in Israël nog nooit gezien”.

Er gebeurt iets bij Jezus.
Jezus raakt het leven aan op de kern.
De diepte komt aan de oppervlakte.

Jezus ziet de mensen.
Uitgeput en hulpeloos.
Schapen zonder herder.
Wat heeft hij gezien?
Was het zo’n bijzonder clubje mensen?

Zou het werkelijk zo zijn dat ze allemaal uitgeput waren.
Achterbuurters zonder goed voedsel en goede kleding?
Dat is niet zo goed voor te stellen.

Hij zag wat anders.
Hij keek dieper.

Ze kwamen naar Hem toe omdat ze verlangen hadden naar iets nieuws.
Ze wilden geraakt worden in hun leven.
Meemaken dat God eindelijk gaat optreden.

Ze wilden worden uitgetild
boven het alledaagse leven.
Bij Jezus zagen ze het echte leven.
Dat is wat mensen nodig hebben.

De oogst is groot zegt Jezus.
Geloven wij dat eigenlijk nog?
Is dat nu ook zo?

Geloven wij nog dat de oogst groot is omdat mensen om ons heen het nodig hebben God te leren kennen.
De diepte van het leven te proeven.
De glans van het leven te herkennen.
Geloven wij nog dat wij iets te melden hebben aan deze wereld?
Geloven wij dat mensen om ons heen gewoon Jezus nodig hebben.
Om het leven volop te kunnen leven.

Of is dat eigenlijk minder vanzelfsprekend geworden.
Is onze wereld zo veranderd
dat je dat eigenlijk niet meer precies weet.

Verklaart dat misschien de tobberigheid rond roeping.
Als je een ambt hebt in de kerk gaat het nooit meer vanzelf.
We zijn het natuurlijke gezag kwijt.

En we zijn als gelovigen in de wereld
vaak de natuurlijk vanzelfsprekendheid kwijt
dat we wat te bieden hebben.
Omdat ons geloof er toe doet.
We zijn vaak al blij als we mogen zijn wie we zijn.
Als we ons niet te zeer hoeven verdedigen.

Maar Jezus roept ons tot wat anders.

Hij ziet die mensen.
Hij wil dat wij die mensen zien door zijn ogen.
Dat we de leegte zien
dat we het zoeken herkennen
dat we de nood kunnen peilen
En dan de mensen om ons heen dienen met de kracht van het evangelie.

Kortom: een nadrukkelijke opdracht.
Je kan niet zomaar achterover leunen als je met Jezus optrekt.
Je kan dus niet zomaar achterover leunen
als je bij de gemeente van Christus hoort.

Aan het werk dus.

Misschien roep ik nu wel wat ongemak op.
Weerstand misschien.
We zijn al zo druk allemaal
– en dat zijn we!-
en dan worden we op de rustdag ook nog aangespoord.

Dat kan ongemakkelijk voelen.
Maar het is belangrijk te weten
dat het de opdracht is van Jezus zelf.

Dat alleen moet ruimte geven.
Want Hij weet wie we zijn en wat we nodig hebben

En de opdracht van Jezus is ook nog in fasen.
Het begint met bezinning.

Bid de Heer van de oogst dat er arbeiders komen.

Jezus roept ons op te bidden.
In contact gaan met God.
Het van Hem verwachten.
Op zoek zijn naar wat Hij wil met de mensen om je heen.
En dan wat Hij wil met jou
voor de mensen om je heen.

Dat is in ieder geval wat met de discipelen gebeurde.
Nadat Jezus zijn discipelen leert te bidden
stuurt Hij ze er vervolgens op uit.

Zo heeft Jezus ruimte geschapen
om de roeping te kennen en vorm te geven.

Dat is de ruimte waarin we mogen staan.

Bid om je buren te zien en te weten wat ze nodig hebben.
Als je biddend in de wijk leeft
zullen zich opeens mogelijkheden openen
om dieper contact te leggen.
Herken je opeens wat een buur nodig heeft
en krijg je de moed om door te vragen
en te geven wat je hebt.

Bid om je collega’s te zien
zodat je herkent wat de diepte is waar ze naar op zoek zijn.
Je bent niet geroepen evangelist te zijn op de werkvloer.
Dat wordt meestal tamelijk vermoeiend.
Maar bid dat je met de ogen van Jezus naar je collega’s kan kijken.
Zodat je hun hart kan kennen.
Zodat kan zien wat ze nodig hebben.
Zodat je herkent wat de oogst is
en vrucht kan dragen op een natuurlijke manier.

Bid om je broers en zussen te kennen.
In de kerk en daarbuiten.
Soms is er in de eigen familie zoveel onrust en onduidelijkheid over wie Jezus is.
Weerstand misschien.
Vaak is het moeilijk om getuige te zijn.

Maar God leert ons de weg van gebed.
Bid voor je familie in en buiten de kerk
zodat je steeds weer de diepte van het leven kan leren kennen.
Zodat je steeds weer het wonder kan ervaren van genade en liefde.
Zodat er een natuurlijke ruimte ontstaat om te spreken en te zwijgen of gewoon de hand te reiken.

Leer je roeping kennen.
En weet
als je God erom bidt
zal Hij je in die roeping bevestigen.